Citaten & uitspraken
De eersten die op het vreemde
goud afvlogen, waren de joden.Ze zijn geen Duitschers, dat weten jullie nu
al wel. Ze achten goud en geld het kostbaarste, dat er op de wereld bestaat.
Daarvoor willen ze alles doen, daarvoor is geen misdaad te laaghartig
(Haarer, Moeder, vertel eens...1942. blz 9)
De machtigste financiers zijn
joden!! Joden, die hun eigen rasgenoten over de hele wereld beheersten, en
tegelijkertijd steunend, waar zij zielen der volkeren meer en meer
doordrenkten met hun joodse mentaliteit.
(Van den Broek, In den mist. 1943
,blz 184)
Wanneer de joden de wereld zullen
hebben veroverd, zullen zij zich van nog heel wat andere dingen dan van
snoeperijen meester maken.
( De Vries van Heekelingen,De
Joodsche hoogmoed 1938. blz106)
Overal het jagen der joden naar
geld, overal ontnemen zij hun gastvolken brood en verdienste, verknoeien de
prijzen en hitsen de volkeren tegen elkaar op.
(Von Monts, De joden in
Nederland, blz15)
De ratten zijn herkend: de jood
de jood; hun moordlust heeft hem gruwelijk overvallen, maar in ons vaandel
staat weerman Koot, waar "zonder tranen" wij de vuisten ballen.
(Kettmann , Jong groen om den
helm, blz:31)
Menschen die in alles vastzitten
aan het jodendom, die handlangers- -diensten bewijzen aan het joodsche
grootkappitaal, die aan joodsch geld en joodschen invloed een deel van hun
loopbaan te danken hebben, zij- kunnen zich onmogelijk solidair verklaren
met een beweging, die aan iedereen volksvreemden invloed radicaal een einde
wil maken en die alle parasitisme en corruptie met wortel en tak wil
uitroeien.
(Voor volk en vaderland . 1943 ,
blz 101)
Zo schooiert en kwanselt de jood
met de distributie bonnen en behaalt enorme winsten ten koste van het
Nederlandse volk. Hieruit blijkt weer eens te meer hoe nodig het is, dat de
joodsche parasiet onschadelijk wordt gemaakt, opdat er een einde kome aan
deze misdadige zwendel.
(Storm 15-8-41, blz 5)
De jood is een menschelijke
parasiet en het gevolg hiervan is, dat hij zich juist daar opeen hoopt,waar
zijn sociaal-parasitisme het gunstigst zijn.
(Keuchenius, balans ,1942 blz 25)
De joden hun geheele bestaan is
gebaseerd op een grote leugen, namelijk op die, dat zij een godsdienstige
gemeenschap zouden vormen, terwijl -ze een ras en wat voor een ras- zijn.
(Hitler- Mijn kamp, blz.276).
Leuk is het hier toch , he? Zoo
gezellig met al die menschen, meende Bertie.
Ja, vooral die vele joden,die je hier ziet en die steevast de beste plaatsen
in nemen , vind ik bepaald aangenaam, antwoordde Erika sarcastisch.
joden zijn toch ook mensen? Viel Bertie ineens scherp uit.
Erika haalde de schouders op.
Och ja, het zijn ook menschen. Maar ik mag ze nu eenmaal niet. Ze behoren
tot een minderwaardig ras, maar stellen zich aan alsof ze ver onze meerdere
zijn.
(Bongertman, Jeugd in de
branding, 1943 blz.19)
De jood is geen ras op zichzelf,
maar een mengsel van: Aziaten, Semieten, Syriers, negers en waarschijnlijk
ook Arische-volksstammen.
De jood is dus een bastaard, en heeft van het veelsoortige mengsel, waaruit-
hij ontstond vooral de slechte eigenschappen geerfd. Het jodendom is een
Parasietenvolk, dat over de gehele wereld verspreid is en ten alle tijde
niet alleen aan spot , maar ook rechtmatige vervolging is blootgesteld.
(Schwier,Vrijmetselarij, 1941.
blz60)
Grote joden als Wreszinsky en
Holzmann gaven inde grote hotels hun besloten nachtfeesten, orgieen van
vunzigheid.
Kleine joden vergrepen zich aan de arbeidersmeisjes die, door schrijnenden
nood gedwongen, op de immigrantenateliers voor hongerloontjes moesten
ploeteren.
(De Haas, De joden, 1941, blz14)
Gaat men onbevangen af op de
moraliteit en het levensgevoel der joden, zooals in het oude Testament en
den Talmoed tot uitdrukking komt, dan is het joodse volk een volk van
woekeraars,bedriegers, Sexuelesmeerpoetsen en bloeddorstige moordenaars.
(Keuchenius,balans 1942, blz,58)
Dat volk meester, dat niet het
onze is! Dat nooit het onze zal zijn!
Dat tuig meester met hun woestijnbeenen en hun kromme neuzen...
(De Stormmeeuw, 1942, blz 184).
Klein en krom, met zwart
kroeshaar en een gebogen neus, daarbij was hij kruiperig vriendelijk en
praatte meer dan de boer ineen heel jaar,terwijl hij maar steeds met zijn
handen in de lucht zwaaide.
Jullie weten nu al over wie wij het hebben, die er zo uit zien : De joden!!
(Haarer,---moeder vertel
eens......1942 blz 210)
De zuiver lichamelijke
verschillen, die den Arier van den jood onderscheiden ,zijn reeds zoo groot
, dat iedere vermenging van Noordsch Arierbloed met het Semietische negroide
jodenbloed zich als een ten hemel schreiende, tegen den geest van den
schepping ingaande zonde is te beschouwen.De joodsche platvoeten, de
dubbelzinnige blik, het Kainsteeken om den neuswortel waarover reeds de
bijbel spreekt, het neger haar, de zinnelijke trekken rond den mond, de
gespreide houding den handen in rust stand, het merkwaardige gestikuleeren,
waarbij de ellebogen tegen het lichaam gedrukt worden, zijn evenzeer
raskenmerkende eigenschappen van het joodsche bastaardras als hun typische
reuk , "foetor judaicus" genaamd; deze jodenlucht ontkent ook de jood
dr.Graetz in zijn elf delen omvattende geschiedennis van het jodendom niet.
(Rudolf, jodenspiegel, 1943 blz
6)
Onze cafes zijn rumoerig van
breedbekkige, kwabneuzige, met de handen pratende, brutaal lachende,
schreeuwerige, naar jonge meisjes loerende , viesruikende jodenbengels.
(De gil 21-3-44)
Het jodendom zal dan ook ervaren
, dat de nationaal-socialistische voorhoede niet om de tuin te leiden is.
Geen spoed en schijnhuwelijken , geen ijldoopfeesten en kerkbriefjes zullen
baten en jodenknechten en joden slavinnen zullen meemaken, dat hun
volksverraad en bloedschande een kwaad was, dat zichzelf straft!
(Storm 17-7-42,blz 1)
In Amsterdam wordt aan een troep
jodenuitvaagsel wapens in handen gegeven: dat noemt men
'burgerwacht'........
(De Haas, vijf dagen terreur,
1940,blz11)
Met jood als basis van de
samenstelling kent het Nederlands formaties als boekenjood,
linnenjood,voddenjood, waarbij het laatste lid de betekenis heeft van (al
dan niet joodse) handelaar. Daarnaast bestaat een compositum als spekjood,
voor 'jood' die de rituele voorschriften niet in acht neemt. In
tandenjoodals minachtende benaming voor tandarts, heeft het tweede lid de
oorspronkelijke betekenis geheel verloren, evenals het scheldwoord
brillejood dat ook op niet-joden toepasbaar is.
Met een eerste lid als nadere karakterisering vanuit een beroep of
levenssfeer kom voor:beursjood, geldjood, hofjood leverjood(genoemd naar
Unilever),margarinejood,warenhuisjood.Enkele citaten:
De oneenigheid tuschen de officieele Britsche staatkunde en de
toonaangevende beursjoden blijkt nergens duidelijker, dan bij de
uiteenlopende standpunten betreffende de vraagstukken der Britsche
buitenlandse politiek.
(A.Hitler, Mijn kamp.blz.767)
In het jaar 1672 waren de eerste
joden uit Amsterdam naar ,s- Gravenhage gekomen, om zich als hofjoden in de
onmiddelijke omgeving van den prins binnen te dringen.
(Keuchenius, bloed en mythe,
1940,blz 130)
In rassenkundige termen kwamen
composita voor die nadere determineringen gaven naar ras of geografische
afkomst.Zo onderscheidde men: voljood, halfjood, kwartjood.
Wij zijn in het gelukkige geval, dat het aantal kwartjoden in Nederland
gering is.
Het is een Nederlands belang, dat ervoor gezorgd wordt, dat wanneer straks
joden,
Drie-kwartjoden, en halfjoden uit Nederland verdwijnen, het aantal
kwartjoden niet is toegenomen.
(Van Genechten, joodsche
vraagstuk,1941, blz 24).
De verovering van de wereld door
het rijk van de joodsche geest en door de triomf van het joodse nationalisme
wordt voltooid door het bijeengaren van de rijkdommen der wereld.
(De Vries, de Heekelingen- De
joodsche hoogmoed,1938, blz93)
Daar zijn ze weer, de hangbuiken
met de woestijnvoeten; de vetharige, worstvingerige, matsesvretende Jidden
met hun zeventien miljoen overmatig werkende zweetklieren.
(De gil ,21-3-44)
Het is alweer het oude liedje: in
de valkenburgerstraat baden doodgewone Arische arbeiders, terwijl in de
Uilenburgerstraat de uitverkoren kromneuzen zich komen reinigen.
(Storm,2-7-43, blz 9)
Daar komt een schreeuwer, een
neus-democraat, in plaats van vodden zijn leugenkoeken leuren;
(Van Kersbergen,lichtkogels,1942,
blz20)
Ik ben Jodocus het
neushoorndier. Van verre landen kom ik. Overal heb ik gedwaald. Overal werd
ik vervolgd, omdat ik het ongeluk heb, mij toe te leggen op den Distelbouw.
Ik kweek een Distelsoort van ongekende fijnheid, maar de naijverige volkeren
gunnen mij dit niet.
(Van Genechten, Van den Vos
Reynaerde,1941, blz.8 )
Wij hebben door de bittere
ervaring geleerd, dat inderdaad de jood slechts met u tevreden is, wanneer
gij hem toestaat, op uw eigen volk te parasiteren het te misbruiken en het
uit te zuigen.
(Van Genechten,joodsche
vraagstuk,1941,blz 22)
En juist als wij dat doen,blijkt
,dat de joden een geheel andere rol spelen in de sociaal-economische opbouw
en echte parasieten zijn.
(Keuchenius, Balans, 1942, blz
39)
Volk! Liquideert deze wereldpest!
Slaat het jodendom Waar het zich vertoont!
(Storm-12-9-41)